banner

Om blinde vlekken te identificeren, vroeg Electrial Engineering van TU Delft VHTO een Gender Scan uit te voeren. De onderwijssectie wil meer vrouwen werven en behouden voor de opleidingen. Inmiddels zijn eerste veranderingen doorgevoerd, zoals een women+-netwerk, een social code-of-conduct en een enquete naar sociale veiligheid onder studenten. Initiatieven die positief worden ontvangen. “Binnen een week hadden we meer van 50 antwoorden binnen, normaal moeten we bij onderzoeken veel harder trekken aan de respons.”

Tijdens open dagen zaten wel degelijk veel jonge vrouwen in de zaal, maar bij de start van het studiejaar kwamen die niet terug, zegt ir. Egbert Bol, Hoofd van de onderwijssectie Electrial Engineering van de faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica  aan de TU Delft. “Natuurlijk zullen er ook vrouwen in de zaal zitten die plichtmatig voorlichtingen bezoeken, maar echt niet allemaal. We zagen ook de vrouwen die kwamen door eigen interesse niet meer terug.” We deden daarom iets niet goed in het boeien en binden, was de conclusie van Bol. De lage instroom en de hoge uitstroom van vrouwelijke studenten was aanleiding om VHTO te vragen om een Gender Scan uit te voeren.

“VHTO heeft een stukje van de sluier opgetild waardoor we beter begrijpen wat we anders kunnen doen”, zegt Bol. Een van de adviezen ging over het taalgebruik. “Tijdens een open dag hadden we het bijvoorbeeld over een stevige 7 gemiddeld die leerlingen voor hun profielvakken moeten hebben om deze studie goed te kunnen doorlopen. Dat benadrukten we ook sterk als waarschuwing. Daar haakten meisjes op af, ook al staan ze een 8 gemiddeld. We presenteerden de studie als te risicovol.” Ook wordt tijdens de open dagen nu meer aandacht besteed aan het geven van een goed beroepsbeeld. Daarvoor worden rolmodellen ingezet die een eigen verhaal hebben. “Ik heb de kracht van zo’n rolmodel vooraf onderschat”, zegt Bol.

Een andere les die Bol leerde vanuit de Gender Scan is dat de sense-of-belonging een rol blijft spelen gedurende het hele traject van een studie. “Ik had me niet gerealiseerd dat je ze ook in het eerste jaar een doorkijkje moet blijven geven naar de volgende jaren. Ik dacht dat als studenten ontdekten dat er dingen waren die ze leuk vonden en goed konden, dat dat voldoende zou zijn om ze enthousiast te houden. Dat blijkt niet zo te zijn.” De sectie voerde daarom het aantal inspiratielezingen op van 2 tot 3 per jaar naar 6 per jaar.

Women+

Andere belangrijke stappen die de sectie zetten, kwamen door de komst van dr. İlke Ercan, principal educator aan dezelfde onderwijssectie als Bol. Ercan werkte als associate professor en onderzoeker op verschillende universiteiten wereldwijd en het viel haar op dat de uitstroom van vrouwelijke studenten erg hoog was in Delft. “Van de 231 studenten die in 2021 waren gestart, waren er 21 vrouw en toen ik in maart startte waren 10 vrouwen vertrokken. Met goedkeuring heb ik deze studenten allemaal gebeld en gesproken over hun vertrek. Ze vertelden allemaal dat ze zich niet goed vonden passen in de omgeving en ook geen toekomst voor zichzelf zagen in het vak.” De sense-of-belonging miste, een veelvoorkomende oorzaak waardoor vrouwen bèta, techniek en IT verlaten. Ercan had ervaring met het opzetten van een vrouwennetwerk. “In Istanbul had ik gezien dat een netwerk een vliegende start kreeg. Er waren wel netwerken voor vrouwelijke faculty of alumni, maar voor studenten miste een netwerk. Samen met mijn collega Bahareh Abdi heb ik het initiatief genomen om het netwerk te starten.”

Tijdens de eerste bijeenkomst bleek het belang van het netwerk, omdat meteen inhoudelijke gesprekken over inclusiviteit binnen de universiteit werden gevoerd. Zo werd de naam van het netwerk aangepast naar Women+ in Engineering om ook transgender of non-binaire studenten zich bij het netwerk te laten thuisvoelen. “Ook bleek tijdens de gesprekken dat het niet alleen om de naam ging, maar ook over hoe dingen werden gedaan of ingericht op de campus”, zegt Ercan. Zo vonden sommige studenten de tool Teams, die verplicht werd gebruikt tijdens online colleges, niet inclusief genoeg omdat ze gebonden werden aan hun officiële naam en hun gekozen naam nergens konden invullen.

Een volgende stap werd gezet na het spelen van Dilemma Games tijdens een volgende netwerkbijeenkomst. Daar deelden studenten hun dilemma’s op het gebied van gender. Vrouwelijke studenten gaven aan dat ze zich niet altijd veilig voelden in het grootste lab van de faculteit. “We hebben daarom een social code-of-conduct geschreven waarin staat waaraan studenten zich moeten houden bij sociale omgang in het lab. Het is het eerste lab binnen de TU Delft die zo’n code-of-conduct heeft. Dit document kunnen we gebruiken om het gesprek te voeren over wat er gebeurt in het lab, bijvoorbeeld als vrouwelijke studenten van hun mannelijke collega’s niet mogen solderen. Dat komt helaas nog voor.”

Ook heeft Ercan het initiatief genomen voor een enquête onder studenten over sociale veiligheid en gender binnen de faculteit. Aanleiding hiervoor was onderzoek van het ministerie van Onderwijs onder faculty en staff van Nederlandse universiteiten. “Aan een dergelijk onderzoek blijkt enorme behoefte te zijn. Binnen een week hadden we meer van 50 antwoorden binnen, normaal moeten we bij onderzoeken veel harder trekken aan de respons. Ook de open velden worden veel gebruikt voor andere suggesties die niet gaan over sociale veiligheid en gender, maar over bijvoorbeeld racisme”, zegt Ercan.

De eerste positieve veranderingen zijn al zichtbaar. De instroom van vrouwen is licht gestegen en het aantal studenten dat is gebleven gedurende het eerste jaar, is hoger dan voorgaande jaren. Dat zijn zowel vrouwen als mannen. Inclusie gaat niet alleen over vrouwen, maar het werk dat we hiervoor doen versterkt ook andere initiatieven”, zegt Bol. Ercan krijgt vanuit studenten en jongere staff en faculty veel positieve reacties op het werk dat ze doet. Dat helpt om de energie hoog te houden om het werk verder te zetten, want natuurlijk is er ook weerstand. “Wat werkt om met de weerstand om te gaan is netwerk en nummers”, zegt Ercan. “Dat binnen korte tijd meer dan 50 mensen op het onderzoek reageerden helpt en dat we binnen korte tijd een grote sponsor voor het netwerk hadden, helpt ook.”

Kleine stapjes worden vooruit gezet, zeggen zowel Ercan als Bol. Bol: “Alles is mooi meegenomen, maar we hebben ook nog een lange weg te gaan.”

Op de foto: Egbert Bol en İlke Ercan na de uitreiking van de Teacher of the Year Awards. Bol werd Teacher of the Year Award voor de EEMCS faculty en Online Teacher of the Year voor het EE Department. Ercan (EEE section) werd gekozen tot Best Teacher of the Year voor the EE Department door studenten.
Tekst: Rian van Heur