banner

In opdracht van het Ministerie van OCW heeft VHTO in 2016 een ‘Inventarisatie en Interventieproject’ uitgevoerd naar vroege stereotypering (bij kinderen van 4 tot 6 jaar). De pilot ‘vroege stereotypering’ in groep 1 en 2 van het basisonderwijs is in 2017 in samenwerking met ‘bètamoeders’ opgeschaald naar 25 scholen (onder de naam Beeldenbrekers). In 2018 wordt het project Beeldenbrekers verder uitgerold.

Het pilotproject bestond uit 3 delen:

  • Inventarisatie zowel van relevant (internationaal) onderzoek naar vroege stereotypering als van bestaande interventies en hun toepasbaarheid in de Nederlandse context.
  • Ontwikkeling van een interventie en pilot-uitvoeringen op 4 basisscholen. Gecombineerd met gedragsobservaties (uitgevoerd door studenten van academische pabo’s).
  • Discussiebijeenkomst met betrokkenen en kennisdragers over de uitkomsten.

Een belangrijke inspiratie voor de ontwikkeling van de Nederlandse interventie vormde het Engelse project Redraw the Balance (zie hier het filmpje).

De eerste conclusies van het ‘Inventarisatie en Interventieproject’:

  • Het inventarisatieonderzoek bevestigt de aanname dat genderstereotypering al op vroege leeftijd ontstaat. Deze genderstereotypen hebben een grote invloed op de latere studie- en beroepskeuzes van kinderen, en leiden er bijvoorbeeld toe dat veel meisjes al op jonge leeftijd geloven dat een toekomst in bèta/techniek niet voor hen is. Om genderstereotypering te voorkomen of te verminderen wordt gepleit voor interventies die vroeg in de ontwikkeling van het kind tegen-stereotypen (counter-stereotypes) aanbieden (in het onderwijs al in leerjaar 1 en 2). Ook wordt benadrukt dat deze interventies op een structurele manier worden voorgezet (in alle volgende leerjaren). Dergelijke interventies worden gezien als kansrijk.
  • De resultaten van de pilot-interventies bevestigen dat jonge kinderen al genderbepaalde associaties hebben en dat het hen in contact met tegen-stereotiepe rolmodellen (vrouwelijke professionals met een bèta/technisch beroep) een eyeopener is en een effectieve manier kan zijn om genderstereotiepe associaties te verminderen en stereotiepe denkbeelden te doorbreken.
  • Zowel in het inventarisatieonderzoek als bij de discussiebijeenkomst werd benadrukt dat ook ouders, leerkrachten en aankomende leerkrachten bewust moeten worden gemaakt van de manier waarop hun eigen stereotiepe associaties de ontwikkeling van kinderen beïnvloeden, en moeten leren hoe ze genderstereotiep gedrag naar kinderen toe kunnen voorkomen.


Wilt u een pdf van het pilot-onderzoek ontvangen, mail dan naar vhto@vhto.nl